Ben jij al bezig met rijles?
Heb jij wel eens zo’n moment (gehad), dat je denkt “Is het normaal als…?” of “Is het normaal dat…?”, wanneer het gaat over hetgeen dat je tijdens de lessen moet doen of al wel of niet hebt geleerd of mogen doen?
Iedere leerling is anders en leert op zijn eigen manier en in zijn of haar eigen tempo. Iedere leerling heeft les op maat nodig, waarbij de opleider zijn of haar programma aanpast aan de behoeften van de leerling.
De ene leerling heeft aanleg, de ander leert moeilijk, weer een ander worstelt met een beperking (denk aan ADHD, autisme, Asperger of andere beperkende aandoeningen) of een faal- of rijangst, maar op een bepaald moment kun je je gaan afvragen of het normaal is dat je langzamer lijkt te gaan dan een vriend of vriendin die ook bezig is met rijles en al veel verder is dan jij.
Daarnaast is het voor met name de jongere leerlingen van belang te begrijpen dat zij in hun lichamelijke ontwikkeling achter (kunnen) lopen op leerlingen die de dertig al zijn gepasseerd. Wat hiermee wordt bedoeld lees je in dit artikel.
We gaan er bij dit artikel in ieder geval vanuit dat de motivatie het rijbewijs te willen halen 100% is en er geen sprake is van een ‘gedwongen’ situatie, welke de motivatie in zekere mate negatief zou kunnen beïnvloeden. Want ja, die situaties bestaan ook!
Structuur
Belangrijk om te weten is, dat tijdens een opleiding, ongeacht wat voor soort opleiding we het over hebben, er structuur moet zijn in de manier waarop hetgeen dat moet worden geleerd wordt aangeboden aan de leerling.
Nu is een rijopleiding een 1-op-1-opleiding, waarbij de opleider maximale aandacht kan besteden aan de leerling. En dat heeft enorme voordelen in vergelijking tot een klassikale opleiding waarbij er sprake is van meerdere leerlingen die aandacht nodig hebben. Al is er uiteraard een groot verschil tussen een theoretische en een praktische opleiding. Het voordeel is zelfs dat in die 1-op-1-situatie de leerling ook veel meer mogelijkheden heeft om vragen te stellen en veel meer feedback kan krijgen en in de gelegenheid kan worden gesteld om fouten te maken waarvan hij weer kan leren.
Als een te leren onderdeel is uitgelegd en het blijkt dat de leerling de uitleg niet of niet goed (genoeg) begrijpt, dan is het aan de opleider om een andere uitleg te proberen die wél binnenkomt en wordt begrepen. Er kunnen handelingen worden voorgedaan, samen gedaan en vele malen worden herhaald, totdat de leerling het zonder hulp kan.
Uiteraard is het bij het aanleren van handelingen en rijtaken van groot belang dat dit een logische volgorde gebeurt. Je kunt niet beginnen met schakelen voordat het sturen op voldoende niveau wordt beheerst. Hetzelfde geldt voor het aanleren van de bijzondere verrichtingen, maar ook de verschillende wegsoorten en rijsnelheden die tijdens de les aan bod komen.
Iedere opleider gebruikt daarbij zijn eigen programma en/of methode, tenzij hij of zij de Rijopleiding in Stappen toepast. De Rijopleiding In Stappen (RIS) is een door het CBR ontwikkelde, gestructureerde opleidingsmethode, waarvoor het CBR een opleiding biedt aan geïnteresseerde opleiders. Over de RIS en het hogere slagingspercentage dan bij de klassieke lesmethode lees je dan uiteraard ook meer op deze website.
Het feit dat veel opleiders een ongestructureerde lesmethode hanteren is er mede de oorzaak van dat het landelijke slagingspercentage voor de eerste rijexamens nauwelijks hoger ligt dan 50%, waarbij er slechts enkele positieve uitschieters zijn als er wordt gekeken naar het gemiddelde per examencentrum. Kennelijk zitten “de Wijzen in het Oosten”, want alleen in het oosten van Nederland vind je die betere resultaten (meting juli 2024).
Dit probleem, de lage slagingspercentages, worden ook in de hand gewerkt door te weinig begrip van de Rijprocedure wanneer het gaat om de beoordeling ervan tijdens de rijexamens. De gehanteerde norm bij de beoordeling van de uitvoering van handelingen en rijtaken door de leerlingen lijkt bij meer dan de helft van de rijscholen lager te liggen dan de norm die het CBR hanteert bij het beoordelen van de uitvoering van de rijtaken volgens die Rijprocedure tijdens de rijexamens.
De enige manier om begrip te krijgen van de vereiste normering is meerijden, meekijken, meedenken tijdens iedere Tussentijdse Toets of rijexamen en luisteren naar de feedback van de examinator. Vervolgens moet de verkregen informatie worden geprojecteerd op de overige leerlingen om te zien of zij dezelfde fouten maken of op hetzelfde niveau presteren en ervoor zorgen dat dit wordt aangepakt en verbeterd.
Doet een rijinstructeur dat niet, dan verkeert hij in gebreke, dan zal hij of zij nooit groeien in zijn of haar vak en dat is in het nadeel van de leerlingen.
Het is dan ook niet verwonderlijk dat de overheid, die zich al decennia stoort aan het lage niveau van de rijopleidingen en de ongevalscijfers onder jonge, beginnende bestuurders die men daar aan wijt, een onderzoek heeft laten instellen, waaruit het Nationaal Leerplan is geboren. Dit Nationaal Leerplan biedt een gestructureerde opleidingsmethode. Het is eigenlijk een doorontwikkelde RIS-methode, waarmee nog betere resultaten moeten worden bereikt en lager ongevalscijfers worden beoogd.
Uiteraard zal iedere opleider daarbij ook meer aandacht moeten gaan besteden aan de Rijprocedure en vooral de normering daarvan.
De eerste rijlessen
De allereerste rijles, is een les waarbij je niet meteen thuis voor de deur al zondere enige uitleg achter het stuur moet plaatsnemen om een mede-cursist naar huis te brengen. Je wordt opgehaald, en de opleider brengt de auto maar een rustige plek om te beginnen met je eerste rijles. In de eerste rijlessen maak je dus in een rustige, verkeersluwe omgeving kennis met het voertuig. Bijvoorbeeld op een parkeerterrein of in een rustige woonwijk met 30-zone.
Je leert in de juiste volgorde hoe je moet in- en uitstappen en waarop je daarbij moet letten en waarom. Je leert hoe je de stoel moet afstellen, hoe de spiegels horen te worden afgesteld en waar de pedalen voor dienen en hoe je moet sturen op verschillende manieren (doorgeefmethode en overpakmethode).
Daarbij zorgt de opleider ervoor dat de auto rijdt door de dubbele bediening te gebruiken. Dit kan een dubbele bediening zijn met 2 of 3 pedalen, net wat de voorkeur van de opleider is.
Hoe je die pedalen moet bedienen komt pas nadat het sturen is geoefend, tenzij de opleider over een 2-pedalen systeem beschikt en zelf geen gas kan geven. Dan zul jij het gaspedaal daarbij ook al moeten bedienen.
Om het sturen goed te kunnen aanleren, zullen er opleiders zijn die jou het eerste deel van die eerste rijles eerst in de verkeersluwe omgeving aan het sturen laten wennen, vervolgens met jou het wat drukkere, maar goed overzichtelijke verkeer in gaan, zodat jij bij iets hogere snelheden binnen de bebouwde kom wat meer gevoel in het stuur kunt krijgen en de rest van de les gebruiken om jou vertrouwd te maken met het gas- en rempedaal.
Een eerste les is voorbij voor je het weet en voor veel leerlingen lijkt het een tsunami aan informatie die zij over zich heen krijgen. De tweede rijles kan vervolgens, na het ‘erin komen’ met het sturen en snelheid regelen, volledig worden gebruikt om in alle rust het gebruik van de koppelingspedaal en de bediening van de versnellingen aan te leren, alwéér in diezelfde rustige en verkeersluwe omgeving.
Het gaat daarbij om begrip van wat de koppeling doet en waarom je het pedaal op de aangeleerde manier moet bedienen. Iedere opleider heeft daarbij zijn eigen trucjes en voorkeuren van bedienen van het koppelingspedaal, zoals met de hak op de grond (niet onze methode) of juist met de hak los van de grond tijdens het laten opkomen van het pedaal, waardoor je nooit last hebt van een verschuivende voet op het pedaal. Net zoals de voorkeur in het oefenen van en het spelen met het ‘aangrijpingspunt’ van het pedaal.
Ook zal de één meer uitleg geven over de technische werking van de koppeling, de motor en de aandrijving van de wielen. Hoe meer je daarvan weet en begrijpt, hoe logischer de bediening wordt.
Om meer begrip te krijgen van en meer gevoel in de bediening van de koppeling, is het aanleren van een hellingproef in één van de opvolgende rijlessen een optie, maar naar het leren opschakelen en terugschakelen zal in eerste instantie de meeste aandacht uitgaan. Hierbij zul je veel moeten rijden binnen de bebouwde kom, optrekken, afremmen, stoppen, schakelen, enzovoort. Maar je rijdt daarbij nog niet op autowegen of autosnelwegen. Het gevoel van hogere snelheden opbouwen kan op gewone wegen buiten de bebouwde kom, zoals de 60 en 80 km wegen en heeft hierbij de voorkeur van menig leerling.
Ben jij een snelle cursist, dan kun je in de eerste rijlessen natuurlijk flinke stappen maken, maar heb je meer moeite dan een ander, dan kun je zomaar de eerste paar lessen alleen maar bezig zijn met de bediening.
Feit is wel, dat wanneer blijkt dat jij moeite hebt met aanleren van handelingen en rijtaken, je meer tijd nodig zult hebben dan de gemiddelde cursist. Het kan dan voorkomen dat de opleider je het advies geeft om in plaats van te leren schakelen de opleiding voort te zetten in een automaat. Dat is altijd een overweging waard, maar geen verplichting.
Daarnaast zal altijd de opleider een grote rol kunnen spelen bij het tempo waarin jij de handelingen en rijtaken aanleert. Zolang dat maar correct wordt aangeleerd en jij de tijd krijgt om het op het juiste niveau te krijgen om in alle rust het volgende onderdeel in te gaan. Het is aan de opleider om er, voor zover de leerling daar mee kan omgaan, de ‘wind eronder’ te hebben, wat wil zeggen dat de opleider de leerling moet stimuleren zich maximaal in te zetten in het leerproces. Het blijft teamwork, waarbij beide spelers de lat voor zichzelf hoog moeten leggen.
Is het normaal…?
Als jij worstelt met de vraag of het normaal is dat je bepaalde handelingen of rijtaken nog niet hebt aangeleerd na bijvoorbeeld 5 of 6 lessen, waarvan jij denkt dat dit al ter sprake had moeten zijn gekomen, dan is het zaak dat je die vraag voorlegt aan je rijopleider. Alléén de opleider kan jou vertellen waarom je er nog niet aan toe bent om de volgende stap te zetten en als je twijfels hebt over de uitleg en de motivatie die je daarbij krijgt, dan kun je altijd een andere opleider benaderen voor een ‘second opinion‘.
Overweeg je om deze redenen de overstap naar een andere opleider te maken, dan kun je tegen een ander probleem aanlopen: een eventueel vooruitbetaald lespakket, wat misschien niet zal worden terugbetaald. Het advies is daarom de eerste lessen los af te rekenen en na een les of 5 à 6 een lespakket te overwegen, mits het teveel betaalde na afloop van de opleiding gegarandeerd wordt terugbetaald. Vraag daarbij bijvoorbeeld naar een lesovereenkomst waarin dit duidelijk staat omschreven.
Instructievideo’s
Op Youtube vind je veel instructievideo’s, vaak gepost door grotere spelers op de rijschoolmarkt, zoals de ANWB en Bovag, maar ook van de kleinere rijscholen.
Wij van TripleCheck hebben veel van dit soort video’s bekeken en zullen er de komende tijd nog veel meer bekijken (en beoordelen), en er een aantal wellicht in een toekomstig artikel kritisch onder de loep nemen, maar in nagenoeg iedere video die we tot nu toe hebben gezien zijn er wel beelden te vinden waarvan wij zeggen ‘jammer, gemiste kans’!
Dit, omdat er beelden in voorkomen die lijnrecht ingaan tegen datgene dat jij moet leren.
Gaat het niet over een verkeerd of incompleet uitgelegde handeling of een onjuiste motivatie die wordt gebruikt, dan gaat het wel over beelden waarbij bijvoorbeeld op de verkeerde manier wordt ingestapt of uitgestapt.
Iedere video hoort voor 100% foutloos en correct te zijn.
Wees dus kritisch wanneer je gebruik maakt van dergelijke video’s en houd vooral de Rijprocedure ernaast om je er zeker van te dat de uitleg ook conform de voorschriften in de Rijprocedure is.
Hetzelfde geldt voor video’s waarin de theorie wordt uitgelegd, waarbij met name zogenaamde ‘CBR-examenvragen’ worden besproken en zeer vreemde uitleg en motivaties worden gehanteerd. Je vindt er een of meer voorbeelden van in de TripleCheck Facebook-groep.