Hulpverleners bij file via de vluchtstrook of via een reddingsstraat?
Door: Kors van Schooten
Gepubliceerd: zaterdag, 14 september 2024
Bij ongevallen of pech gaan hulpverleners bij file via de vluchtstrook om hulp te bieden. De gebruikte methode verschilt per land, want het kan ook via een reddingsstraat. Wat zou jouw voorkeur hebben? En hoe kun je daar bij voorbaat al op inspelen?
Categorie(ën): TrafficTalk

Filevorming

Heb je het tijdens de rijles al eens meegemaakt? Dat je in een file terecht kwam? Op een belangrijke ringweg in de stad, waar een kruispunt volstroomt vanwege werkzaamheden, een ongeval, een pechgeval of een evenement?

En, heb je het al eens meegemaakt op de autosnelweg? Midden in de zomer voor een openstaande brug, waar een paar dozijn pleziervaartuigen op een waterweg het verkeer ontregelt?

Files zijn niet leuk. Ze kosten extra tijd, zetten ons ook extra aan het werk omdat we langzaam moeten rijden en daarbij voortdurend bezig moeten zijn met het koppelingspedaal. Mooie oefening toch, om de beheersing van dat pedaal te trainen? Optrekken, stoppen, optrekken, stoppen…

Of regel jij de snelheid zo dat juist niet steeds hoeft te stoppen maar langzaam kunt blijven rollen?

File rijden heeft altijd een oorzaak. Is het geen dichtslibben van de weg door drukte, dan is het wel iets anders dat het verkeer doet vertragen. De oorzaak die we onszelf het minst toewensen is een pechgeval of ongeval.

Je moet er niet aan denken betrokken te zijn geraakt bij een ongeval. Direct betrokken, wel te verstaan, maar dat er geen sprake is van letsel. Hooguit wat blikschade, waarvan de schadehersteller zegt dat het slechts een kwestie is van ‘wassen en watergolven’ en waarvoor je uiteraard goed verzekerd bent.

Net als een pechgeval zit een ook ongeval een klein hoekje. Voor je het weet ben je erbij betrokken, direct of indirect. Als getuige, als slachtoffer of als veroorzaker en gebeurt dat op een plaats waar je maar moeilijk je auto aan de kant van de weg kwijt kunt, of is de schade dusdanig dat je de auto niet meer kan rijden en je hem moet laten staan.
Dan vormt zich vóór je het weet een file achter je. Een rij met chagrijnige mensen die jou van alles toewensen wat je op dat moment niet zou willen horen. Files kunnen namelijk al snel agressie opwekken. Daar kunnen wegwerkers jou álles over vertellen.

Verkeerscentrale

Vanuit meerdere verkeerscentrales worden de Nederlandse snelwegen 24 uur per dag in de gaten gehouden met camera’s en detectiesystemen. Wanneer er bijvoorbeeld een ongewone verlaging optreedt in de snelheid van het verkeer wordt dit direct gedetecteerd en kan de wegverkeersleider actie ondernemen.

Een auto met pech, een ongeval, filevorming, in veel gevallen reageren de matrixborden met de snelheidsaanduiding automatisch, maar veel dingen blijven handwerk, zoals het afkruisen van een of meer rijstroken of een omleiding instellen als het verkeer echt muurvast komt te zitten. Zelfs tot van over de grens kunnen omleidingen al nodig zijn.

Vanuit de verkeerscentrale kan men bij grote opstoppingen daarom ook omleidingen aangeven, zodat niet iedereen in de file terechtkomt, uiteraard mits de automobilist gehoor geeft aan de alternatieve route.

Bekijk deze video over de RWS Verkeerscentrale.

File-informatie

Voor het monitoren van de doorstroming van het verkeer wordt ook gebruik gemaakt van geanonimiseerde data van mobiele telefoons. De verplaatsing van telefoons speelt hierbij een grote rol. Tegenwoordig heeft haast iedereen een mobiele telefoon, een prachtig middel waarmee de telecomproviders kunnen zien waar een telefoon zich bevindt via het contact met de verschillende zendmasten en daarbij kan men ook zien hoe snel die telefoon zich verplaatst. Hiermee kan nauwlettend in de gaten worden gehouden of het verkeer op iedere weg de snelheid rijdt die het zou moeten rijden, maar ook of het zich ophoopt

Google en TomTom maken gebruik van dit soort informatie om de routes van navigatiesystemen te voorzien van de meest recente verkeersinformatie, om zo de snelste route te kunnen doorgeven. Daarentegen biedt Google Maps in zijn navigatiesysteem ook de meest energiezuinige route aan, die daarom niet altijd de snelste hoeft te zijn.

Op deze kaart bijvoorbeeld kun je de verkeersdrukte rondom Amsterdam zien.

De data die wordt verzameld kan zelfs worden ingezet om het gedrag van het verkeer op bepaalde plaatsen en tijdstippen van de dag te kunnen voorspellen. Hierdoor kan al voorafgaande aan een rit redelijk nauwkeurig worden bepaald welke route de snelst mogelijke kan zijn.

Ongeval

Stel, je bent betrokken geraakt bij een ongeval. Wat is dan het eerste dat je doet? Ervan uitgaande dat jij zelf geen letsel hebt opgelopen.

Je denkt voorál en éérst om je eigen veiligheid wanneer je uitstapt. Want als jou iets overkomt kun jij anderen niet meer helpen. Het verkeer om je heen zal vast nog in beweging zijn, maar hopelijk al wel reageren op de ontstane situatie door te rijden met een aangepaste, dus lagere snelheid.

Als bestuurder van de auto heb jij de verantwoording over jouw passagiers en als die letselvrij zijn, dan zorg jij dat zij zo gauw mogelijk op een veilige manier de auto kunnen verlaten en op een veilige plaats kunnen wachten op hulp.

Dat kan zijn achter een vangrail of een flink stuk de berm in.

En ben je in het bezit van veiligheidshesjes, gebruik die dan! Vooral bij slecht weer! Je bent zo veel beter zichtbaar. Verplicht of niet, het gaat om jouw en hun veiligheid!

Vervolgens check je de andere betrokkenen van het ongeval en bel je 112, waarbij je zo kalm mogelijk aangeeft wáár je je bevindt, wát er is voorgevallen, met hoeveel voertuigen en of er slachtoffers zijn. Jouw locatie zie je op de snelweg aan de hectometerborden, die niet veel verder dan een meter of vijftig van jou te vinden zouden moeten zijn, mits je de juiste kant op loopt.

Je vindt daarop het wegnummer en de afstand, de kant van de weg (links of rechts) met een eventuele toevoeging die voor de hulpdiensten van groot belang zijn om jou snel te kunnen bereiken.

Met een beetje geluk ben je al gespot door een medewerker van de verkeerscentrale via de camerasystemen, is het hele circus al in gang gezet en zijn de hulptroepen al gealarmeerd.

En dan wordt het wachten tot die hulptroepen arriveren. Hulptroepen die éérst nog een stuk moeten rijden en zich door de groeiende file achter jou moeten worstelen. Met een beetje geluk heeft RWS (Rijkswaterstaat), die de weg beheert, al actie ondernomen waarbij men één of meerdere rijstroken afkruist. Dat wil zeggen afgebakend met een rood kruis, zodat er geen andere voertuigen meer op jou kunnen inrijden.

Is er geen ambulance nodig, omdat er geen letsel of lichamelijke klachten zijn, dan zal altijd de politie te plaatse komen en zal er, indien nodig, een bergingswagen worden opgeroepen. Dat wordt gewoonlijk snel geregeld, want die mannen draaien 24-uursdiensten en zitten altijd in de startblokken, net als de mensen op de ambulance. Verder zal RWS gewoonlijk aanwezig zijn met één of meerdere weginspecteurs, die de plaats van het ongeval beveiligen en ervoor zorgen dat de rommel zo snel mogelijk wordt opgeruimd.

Dan kan de weg ook snel weer worden vrijgegeven.

Bekijk hier een video met enkele voorbeelden van hulpdiensten.

Pechgeval

Maar laten we er voor een iets gunstiger situatie nu even vanuit gaan dat je niet betrokken bent geweest bij een ongeval, maar gewoon een keer met pech staat. Bijvoorbeeld dat je een lekke band hebt, die je niet zelf kunt vervangen omdat nieuwe auto’s tegenwoordig geen reservewiel meer hebben. Het enige wat vandaag de dag nog wordt meegeleverd is een compressor met een spuitbus reparatiemiddel, dat alleen kleine gaatjes in de band kan dichten.

Daarnaast is het geen pretje om op de vluchtstrook een wiel te moeten vervangen. Het kan levensgevaarlijk zijn met dat langs je heen razende verkeer. Als er maar even iemand is afgeleid dan wordt jouw auto getorpedeerd, met jou erbij!

Maar ja, wat moet je met een reservewiel of een spuitbus en compressor als je twee linkerhanden hebt en nog nooit in het boek Autopech voor Dummies hebt gekeken? Het eerste wat je dan doet is je auto veilig langs de kant van de weg zetten, zo dicht mogelijk langs de vangrail of waar dat kan in de berm.

Daarna veilig uitstappen, de gevarendriehoek plaatsen op tenminste 30 meter afstand in de richting van het verkeer waarvoor jij gevaar zou kunnen opleveren en vervolgens zelf een veilige plek zoeken achter de vangrail of in de berm. Uiteraard doe je dat samen met je passagiers. Je belt 112 en vertelt waar je staat en voor je het weet is er er een weginspecteur van RWS naar jou onderweg. Waarschijnlijk zie je de rode kruisen al op de matrixborden oplichten. (video)

De weginspecteur zal de situatie eerst beveiligen door zijn auto in de fend-off positie langs de weg te plaatsen, waardoor zijn auto, wanneer deze wordt getorpedeerd door een onoplettende automobilist, jouw voertuig beschermt. In de fend-off positie wordt het voertuig schuin geplaatst met de voorwielen zodanig gedraaid dat de auto niet naar het voertuig met pech kan worden gelanceerd wanneer het wordt aangereden.

Ook zal hij pionnen plaatsen om het passerende verkeer te waarschuwen en te geleiden.

Hij zal daarna de situatie van de auto bekijken en zo snel mogelijk om een bergingswagen vragen die jouw auto van de snelweg vandaan brengt naar een veilige plek. (lees ook dit artikel)

De weginspecteur blijft ter plaatse totdat het voertuig is afgevoerd en eventuele rommel is opgeruimd.

Bekijk deze video van een RWS weginspecteur.

Maar misschien ben jij niet betrokken bij een ongeval of pechgeval en ben jij gewoon de zoveelste wachtende die in de file staat. Dan vraag je je in eerste instantie af wat er de oorzaak van zou kunnen zijn dat jij daar stilstaat of, in een gunstiger geval, langzaam rijdt. Gaat het om een geopende brug, het dichtslibben van de weg door drukte, een ongeval of gaat het om een pechgeval?

Je houdt in ieder geval voortdurend je spiegels in de gaten. Niet alleen om passerende motorrijders op tijd te zien en ruimte te geven, maar voorál om te zien of er geen blauwe zwaailichten van achter komen. De hulpdiensten!

Overigens zul je onderweg en vooral op de snelweg of autoweg altijd alert moeten zijn op voertuigen die op de vluchtstrook of zomaar op een rijstrook kunnen stilstaan of heel langzaam rijden. Kruip dus nooit te dicht op een groot gesloten voertuig dat jou het zicht kan belemmeren. Er staan wel vaker voertuigen op de vluchtstrook en staan ze er niet met pech, dan kan het ook een voertuig van RWS zijn of een aannemer die daar met een pijlwagen staat, met zo’n grote verlichte pijl die het verkeer naar de andere rijstrook dwingt.

Het gebeurt maar al te vaak dat er een onoplettende chauffeur zo’n voertuig ramt.

Jaarlijks sneuvelen er veel pijlwagens maar ook hulpvoertuigen, waardoor bijvoorbeeld de wegbeheerder van de tolwegen in Frankrijk een verzameling van vernielde hulpvoertuigen op parkeerplaatsen langs drukke routes heeft geplaatst om de weggebruiker zich ervan bewust te maken meer aandacht te hebben voor de weg dan voor andere, onbelangrijke, zaken.

Afgeleid zijn is vaak de oorzaak van dit soort aanrijdingen

Via de vluchtstrook

Wanneer er hulpdiensten moeten passeren, dan doen die dat in eerste instantie via de vluchtstrook, voor zover deze er is en voor zover deze er breed genoeg voor is.

In Nederland is dat meestal geen probleem, maar die vluchtstrook moet óók nog eens vrij zijn en niet bezaaid liggen met rommel, zoals je dat in andere landen soms ziet. Verloren lading, resten van autobanden, een vergeten gevarendriehoek, je kunt het zo gek niet bedenken wat er soms op de vluchtstrook achterblijft. Er zijn ook talloze internationale chauffeurs die de vluchtstrook denken te kunnen gebruiken als slaapplaats.

Gelukkig hebben we daar ook de weginspecteurs van RWS voor, die ervoor zorgen dat alles wat daar niet thuishoort zo snel mogelijk wordt verwijderd, dat via cameratoezicht wordt waargenomen of door oplettende, welwillende weggebruikers telefonisch wordt gemeld.

Via een reddingsstraat

De hulpdiensten kunnen dus gebruikmaken van de vluchtstrook, mits aanwezig en bruikbaar, maar wanneer dit niet kan, dan moeten de hulpdiensten zich tussen de file doorworstelen om snel bij de plaats van onheil te kunnen geraken.

En daarvoor hebben ze wel wat hulp nodig. Jouw hulp!

Dus rijd jij op een weg met meerdere rijstroken en kom je in een file terecht, zorg er dan bij voorbaat voor dat je klaar zit om ruimte te kunnen maken voor die hulpdiensten.

Dat ruimte maken is heel eenvoudig door zoveel mogelijk links (als je op de linker rijstrook rijdt) of zoveel mogelijk rechts (als je op de rechter rijstrook rijdt) in jouw eigen rijstrook te gaan rijden.

Of nog beter… Bij voorbaat al op een veilige manier een flink stuk aan de goede zijkant van jouw strook gaan rijden, zodat je nauwelijks nog hoeft uit te wijken als het nodig is.

Als iedereen bij voorbaat zoveel mogelijk uitwijkt, dan ontstaat er altijd voldoende ruimte waar hulpdiensten met gemak tussendoor kunnen rijden. Achteraf ruimte moeten maken levert vaak problemen op wanneer men kort achter elkaar staat opgesteld.

De ruimte die hierdoor ontstaat wordt ook wel een reddingsstraat of reddingsstrook genoemd en is in verschillende landen om ons heen heel gebruikelijk. In Duitsland en Frankrijk bijvoorbeeld is dit al jaren een bekend hulpmiddel. In Frankrijk kan het niet anders, omdat de vluchtstroken daar veel smaller zijn dan in Nederland.

In de landen waar dit systeem de gewoonte is, zijn er ook borden voor ontworpen maar, al kunnen ze per land iets verschillen, de boodschap is duidelijk!

Rijstrookindeling

Heeft een weg meer dan twee rijstroken? Dan zal de reddingsstraat altijd moeten worden gevormd tussen de eerste en de tweede rijstrook!

Waarschijnlijk zul jij nu denken dat de meeste rechtse rijstrook, de strook waar jij thuishoort omdat je rechts hoort te houden, de eerste rijstrook is, maar dat is juist niet zo.

Bedenk dat men voor het tellen van de rijstroken heeft gekozen voor de leesrichting, dus van links naar rechts, waardoor de meest links gelegen rijstrook de éérste rijstrook is!

Dus tussen die eerste en de tweede rijstrook in moet een reddingsstraat kunnen worden gevormd.

In tunnels

Wat te doen wanneer je met pech tot stilstand komt in een tunnel? Je moet er vast niet aan denken dat het je zelf overkomt, of dat de weg voor jou is geblokkeerd en je moet stoppen voor een ander met pech of een aanrijden, laat staan dat er een voertuig in brand vliegt in een tunnel.

Er kan al gauw paniek ontstaan.

Bekijk deze video waarin wordt uitgelegd hoe te handelen.

Staat er voorbij een tunnel een file dan kan RWS met behulp van tunneldoseren voorkomen dat voertuigen in de tunnel ook in de file komen te staan. Deze video legt uit hoe dat werkt.

Wel zo veilig!

Vertel het de TripleCheck redactie

Heb je een vraag?

Heb je een tip?

Heb je een scoop?

Heb je een suggestie?

Zie je een fout?

Meld het de redactie!

Email: redactie@triplecheck.pro