Ben jij een gordeldier?
Draag jij altijd de autogordel en draag je ‘m óók nog eens zoals het moet?
Er zijn talloze automobilisten die de gordel niet dragen of hem op de verkeerde manier dragen en iedereen heeft daarvoor wel een smoes.
‘Ach joh, ik rijd toch hartstikke veilig? Mij kan niets overkomen!’
Nee, jij zult ongetwijfeld nóóit op bijvoorbeeld een autoweg in aanvaring kunnen komen met een uit koers geraakte vrachtauto. Die kans is zó klein! Die 30 ton aan massa, waarin een chauffeur zit die met zijn mobieltje bezig is. Jij rijdt 100 en hij rijdt dik 80 km/h.
Dat staat, bij elkaar opgeteld, gelijk aan met 180 km/h tegen een betonnen muur aanrijden.
De veiligheidsgordel, en de naam verraadt zijn functie al, is geen optionele accessoire in een auto die je bij aanschaf apart kunt bestellen. Die autogordel moet ook nog eens levensreddend werk verrichten en doet dat ook dagelijks, bij veel ongevallen, maar het juist niet dragen ervan of het op de verkeerde manier dragen, zorgt nog steeds voor veel dodelijke slachtoffers in het verkeer.
En dat gebeurt veel vaker dan jij denkt!
Wetsartikelen
Voordat we verdergaan met ons verhaal: aan het dragen van de autogordel zijn regels verbonden en aan die regels is in het RVV (Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens) een hele paragraaf gewijd, waaruit we de belangrijkste onderdelen zullen toelichten.
- Vind je die regels niet interessant, scroll dan meteen naar het laatste stuk van dit verhaal, de blog, dan zie we je daarna wel weer terug…
§ 27. Autogordels en kinderbeveiligingssystemen
Artikel 59
1 Bestuurders van een personenauto, een bedrijfsauto, een driewielig motorvoertuig met gesloten carrosserie of een brommobiel en hun passagiers maken gebruik van de voor hen beschikbare autogordel. Passagiers die jonger zijn dan 18 jaar en met een lengte van minder dan 1,35 meter, maken gebruik van een voor hen geschikt kinderbeveiligingssysteem dat is voorzien van een keurmerk als bedoeld in artikel 22, vijfde lid, van de wet. Wanneer de zitplaatsen die bestemd zijn voor passagiers voorzien zijn van autogordels, worden op deze zitplaatsen niet meer passagiers vervoerd dan er autogordels aanwezig zijn.
Iedereen gebruikt de autogordel. Ben je jonger dan 18 jaar en kleiner dan 1,35 m, dan gebruik je een kinderzitje. Ja, ook als je 17 jaar oud en héél erg klein van stuk bent!
Er mogen niet meer passagiers worden vervoerd dan er autogordels beschikbaar zijn.
2 Met een personenauto, een bedrijfsauto, een driewielig motorvoertuig met gesloten carrosserie of een brommobiel die niet zijn uitgerust met een autogordel of kinderbeveiligingssysteem als bedoeld in het eerste lid, worden geen passagiers vervoerd die jonger zijn dan 3 jaar en worden passagiers in de leeftijd van 3 tot 18 jaar met een lengte van minder dan 1,35 meter op een andere zitplaats dan een van de voorste zitplaatsen vervoerd.
Heeft het voertuig geen gordels, zoals in een oldtimer, dan mogen er geen passagiers mee worden vervoerd als zij jonger zijn 3 jaar. Passagiers die tussen de 3 en 18 jaar oud zijn en kleiner dan 1,35 m mogen alleen achterin worden vervoerd.
3 Passagiers die jonger zijn dan 18 jaar, worden niet in een naar achteren gericht kinderbeveiligingssysteem op een passagierszitplaats met een voorairbag vervoerd, tenzij deze airbag is uitgeschakeld of automatisch op toereikende wijze wordt uitgeschakeld.
Wordt een MaxiCosi achterstevoren voorin op de passagiersstoel gebruikt? Dan moet je de airbag uitschakelen!
4 Het eerste lid geldt niet voor passagiers die gebruik maken van een rolstoel. Deze passagiers worden vervoerd in een rolstoel die in het voertuig wordt vastgezet op een wijze die de stabiliteit van de rolstoel en de veiligheid van de rolstoelgebruiker waarborgt. Deze passagiers maken gebruik van:
a. de voor hen beschikbare veiligheidsgordel die deel uitmaakt van het voertuig,
b. de veiligheidsgordel die deel uitmaakt van het systeem waarmee de rolstoel aan de vloer van het voertuig is bevestigd, of
c. een door Onze Minister aangewezen constructie.
5 Het eerste lid, tweede volzin, en het tweede lid zijn niet van toepassing tijdens vervoer in taxi’s. In taxi’s waarin geen kinderbeveiligingssysteem aanwezig is, worden passagiers die jonger zijn dan 18 jaar en met een lengte van minder dan 1,35 meter op een andere zitplaats dan een van de voorste zitplaatsen vervoerd.
In een taxi hoeft geen kinderzitje aanwezig te zijn. Passagiers jonger dan 18 jaar en kleiner dan 1,35m mogen alleen achterin worden vervoerd. Zij dragen wel een autogordel.
6 Het eerste lid voor zover dat op bestuurders betrekking heeft en het vierde lid gelden niet tijdens het vervoer van passagiers tegen vergoeding in de zin van de Wet personenvervoer 2000 en tijdens vraagafhankelijk openbaar vervoer in taxi’s, anders dan in de gevallen waarin een overeenkomst is gesloten als bedoeld in artikel 81, tweede lid, van die wet, of anders dan tijdens taxivervoer in een taxi die is ingericht voor rolstoelvervoer overeenkomstig de daaromtrent gestelde eisen in de Regeling voertuigen.
7 De autogordel, de veiligheidsgordel of het kinderbeveiligingssysteem wordt gebruikt op een wijze die de beschermende werking ervan niet negatief beïnvloedt of kan beïnvloeden. Personen van 18 jaar en ouder en personen onder de 18 jaar die in de betrokken omstandigheden geen gebruik hoeven maken van een kinderbeveiligingssysteem, kunnen een voorziening gebruiken door middel waarvan het diagonale deel van de autogordel over de schouder wordt geleid. Onze Minister kan aan een dergelijke voorziening nadere eisen stellen.
Autogordels en kinderzitjes worden alleen gebruikt op de voorgeschreven manier.
Veel autozitjes maken gebruik van het ISO-fix-systeem om het zitje snel en veilig te kunnen vastzetten. Handig! Klik, vast! En ook zo weer los.
Heeft jouw auto dat niet, dan kun je dat wellicht bij de garage laten aanbrengen. Vraag ernaar!
8 Het is bestuurders van de in het eerste lid genoemde voertuigen verboden passagiers jonger dan 12 jaar en passagiers die gebruik maken van een rolstoel te vervoeren op een andere wijze dan in dit artikel is voorgeschreven.
9 Het eerste lid geldt niet voor passagiers die gebruik maken van een ligplaats. Deze passagiers maken, indien beschikbaar, gebruik van de daarvoor bestemde veiligheidsvoorziening die deel uitmaakt van het voertuig of van het systeem waarmee de ligplaats aan de vloer van het voertuig is bevestigd.
Artikel 59a
1 Bestuurders van een autobus en hun passagiers van 3 jaar of ouder gebruiken de autogordel of het kinderbeveiligingssysteem waarmee de autobus is uitgerust, wanneer zij zich op hun zitplaats bevinden en het voertuig deelneemt aan het verkeer.
Zijn er in een autobus autogordels of kinderzitjes aanwezig, dan is het gebruik ervan verplicht voor passagiers vanaf 3 jaar.
2 Passagiers van een autobus die in beweging is, wordt meegedeeld dat het verplicht is gebruik te maken van het in het eerste lid genoemde beveiligingsysteem wanneer zij zich op hun zitplaats bevinden en het voertuig deelneemt aan het verkeer. Deze mededeling gebeurt op één of meer van de volgende manieren:
a .door de bestuurder, de conducteur, de reisleider of een als groepsleider aangewezen persoon;
b. door audiovisuele middelen;
c. door opschriften of het volgende pictogram:
Het pictogram wordt bij gebruikmaking daarvan duidelijk op iedere zitplaats aangebracht.
3 In afwijking van het eerste lid behoeven passagiers van autobussen waarin het vervoer van staande passagiers is toegestaan geen beveiligingssysteem te gebruiken en behoeven passagiers van autobussen die volgens een dienstregeling stads- of streekvervoer uitvoeren binnen de bebouwde kom geen beveiligingssysteem te gebruiken.
Voor autobussen waarin passagiers staand worden vervoerd geldt geen verplichting een gordel te dragen. Voor lijnbussen geldt geen verplichting geldt voor alle passagiers een vrijstelling van gordels gebruik te maken.
4 Het is bestuurders van een autobus verboden passagiers jonger dan 12 jaren te vervoeren op een andere wijze dan in dit artikel is voorgeschreven.
5 Het eerste lid geldt niet voor passagiers die gebruik maken van een ligplaats. Deze passagiers maken, indien beschikbaar, gebruik van de daarvoor bestemde veiligheidsvoorziening die deel uitmaakt van het voertuig of van het systeem waarmee de ligplaats aan de vloer van het voertuig is bevestigd.
Artikel 59b
1 In afwijking van artikel 59, eerste en achtste lid, mag anders dan op de voorste zitplaatsen in personenauto’s en bestelauto’s, wanneer het na installatie van twee kinderbeveiligingssystemen niet mogelijk is nog een derde kinderbeveiligingssysteem te installeren en deze beveiligingssystemen in gebruik zijn, een derde passagier die 3 jaren of ouder is en met een lengte van minder dan 1,35 meter, worden vervoerd wanneer deze een autogordel gebruikt. Artikel 59, zevende lid, is van toepassing.
Indien er achterin maar 2 kinderzitjes kunnen worden geplaatst mag een derde kind jonger dan 3 jaar of kleiner dan 1,35 m voorin worden vervoerd met gebruik van de autogordel. Zet het kind dus niet achterin tussen die twee zitjes in!
2 In afwijking van artikel 59, eerste lid, tweede volzin, en achtste lid, mogen in incidentele gevallen en over korte afstand in personenauto’s en bestelauto’s op andere dan de voorste zitplaatsen passagiers die 3 jaar of ouder zijn en met een lengte van minder dan 1,35 meter worden vervoerd wanneer deze passagiers een autogordel gebruiken. Dit geldt niet met betrekking tot passagiers waarvan een ouder de auto bestuurt dan wel daarvan eigenaar of houder is.
In sommige gevallen mogen kleine kinderen voorin worden vervoerd indien zij de gordel gebruiken, mits het voertuig niet wordt bestuurd door een ouder en de auto geen eigendom is van een ouder. Je mag dus wel een kind van een ander op die wijze vervoeren.
Een stukje geschiedenis
Veiligheidsgordels werden al lang gebruikt in de luchtvaart voordat ze bij auto’s werden geïntroduceerd.
De eerste gordel in een auto stamt uit 1956 en werd geleverd door Ford, maar pas vanaf 1 januari 1971 werd in Nederland de autogordel ingevoerd.
Hier ging het toen alleen nog om de zitplaatsen voorin, voor de bestuurder en de bijrijder, maar een echte verplichting om de gordel te dragen was er toen nog niet. Die verplichting werd pas een paar jaar later ingevoerd, op 1 juni 1975.
Het verplichte gebruik van autogordels voor andere passagiers werd pas ingevoerd op 1 april 1992. Een flinke tijd later.
De veiligheidsgordels waren toen nog tweepunts-gordels, ook wel heupgordel genoemd, maar die werden in 1959 al snel opgevolgd door de driepuntsgordel in Volvo’s, waarbij ook het bovenlichaam werd beschermd tegen de impact van de klap door een aanrijding.
Tegenwoordig zijn driepuntsgordels standaard verplicht in alle auto’s en vrachtwagens.
De driepuntsgordel was in de eerste periode nog een vaste gordel, waardoor het dragen lastiger was. Het verstellen kostte meer tijd en moeite. Ook bij het achteruitrijden, waarbij het lichaam wordt gedraaid om achterom te kunnen kijken omdat de gordel dat verhinderde, hadden veel bestuurders de gewoonte de gordel af te doen. Dat afdoen was dan in die tijd ook wettelijk toegestaan, maar sinds 1993 is het verplicht om de gordel ook te dragen bij het achteruitrijden. De gordel beweegt nu veel gemakkelijker mee bij het achteromkijken.
Bij een steekproef afgenomen in 2020 bleek dat 99% van de inzittenden op de voorzitplaatsen de gordel droeg. Of dit te danken is aan de irritante rode knipperende waarschuwingslichtjes voor iedere zitplaats, die de bestuurder moeten waarschuwen voor inzittenden die de gordel niet dragen, is onbekend.
Die waarschuwingslampjes gaan zelfs als knipperen wanneer je een zwaar voorwerp op een zitplaats legt tijdens het rijden. Een koffertje of flinke tas kunnen de sensor in de zitting al activeren. Die sensor wordt overigens uitgeschakeld op het moment dat de gordel in het slot wordt gestoken.
Tegenwoordig zijn autogordels zelfs ook verplicht in touringcars, maar de controle op het dragen ervan is een stuk lastiger. Een volle dubbeldekker met 90 zitplaatsen en evenzoveel waarschuwingslampjes op het dashboard, zouden het rijden voor de bestuurder tot een ware hel maken. Het blijft eenieders eigen verplichting de gordel te dragen, maar het blijft ook de verantwoording van de bestuurder hierop toe te zien.
Draagplicht
In 2023 kwamen 684 personen om het leven bij een verkeersongeval. Deze cijfers hebben betrekking op alle weggebruikers en niet alleen op inzittenden van een auto, maar iedereen weet dat bij het niet of niet correct dragen van een autogordel een inzittende bij een ernstig ongeval een enorm hoog risico loopt op letsel of dood en zelfs uit de auto kan worden geslingerd, dwars door de ruit, die toch best wel sterk en soms ook best klein is.
Iedereen begrijpt dat een kind op de achterbank dat geen beveiligingsmiddel gebruikt, bij een frontale aanrijding kan eindigen op het dashboard of zelfs door de voorruit kan worden gelanceerd.
Statistieken uit 2020 wijzen uit dat bij dodelijke ongevallen op Nederlandse rijkswegen een kwart tot een derde van de overleden inzittenden geen gordel droeg. Ruim de helft van hen werd geheel of gedeeltelijk uit het voertuig geslingerd.
We hoeven hier ook niet te beschrijven wat er met een kind kan gebeuren dat niet goed is vastgezet en de auto drie- viermaal over de kop slaat. Daar is maar weinig fantasie voor nodig.
Om nog maar te zwijgen over zware losliggende voorwerpen op de achterbank, of een hond, die als een kanonskogel door een auto kunnen vliegen en enorm veel letsel kunnen veroorzaken .
Dat er een draagplicht geldt voor de autogordel weet iedereen en net als bij de draagplicht van de helm is het er bij de invoering van een dergelijke verplichting altijd een periode van gewenning. Eerst zijn er nog mensen die wijgeren mee te werken, zelfs als de plicht hun eigen veiligheid betreft, maar naar mate de tijd verstrijkt en gewenning een feit is, dragen meer inzittenden de autogordel.
Nu kunnen we hier een heel verhaal afsteken over boetes die je kunt krijgen voor het niet dragen van een gordel, of over een verzekeringsmaatschappij die een schadevergoeding in verband met verwondingen door een auto-ongeval opgelopen, ontstaan door het niet of niet correct dragen van een autogordel niet of maar gedeeltelijk uitkeren. Maar dat doen we niet. Die keuzes laten we aan jou!
Boetes hebben maar nauwelijks educatieve impact. Ze komen altijd als mosterd na de maaltijd en de onverschillige weggebruiker vervalt al vrij snel weer in zijn oude patroon.
Maar draag die autogordel nou en draag ‘m altijd zoals het hoort!
Een driepuntsgordel hoort over de schouder te worden gedragen en diagonaal over het lichaam te zijn vastgeklikt in het slot. Of dat slot goed werkt controleer je ook nog eens voor je vertrekt. Je zult niet de eerste zijn bij wie de gordel maar half in het slot zit en kan losschieten.
Voorkom ook dat er tussen de gordel en het lichaam voorwerpen zitten in je jaszak. Een sleutelbos, een mobieltje, verzin het maar, het kan extra letsel veroorzaken en een goede bescherming belemmeren.
Het niet dragen of onjuist dragen van de autogordel kan zware lichamelijke gevolgen hebben!
Let er bij de passagiers op de achterbank dan ook op dat de gordel goed en vooral in het juiste slot is geklikt, zodat de hand als vanzelf de rode ontgrendelknop kan vinden en deze niet aan de binnenzijde van de gordel zit. Wordt het verkeerde slot gebruikt, dan kan het dragen van een gordel alsnog fataal worden omdat men niet uit het voertuig kan ontsnappen.
De gordel wordt door de niet-dragers vaak gewoon in het slotje geklikt en zit vervolgens achter de rug van de bestuurder of de passagier. Alleen maar om dat irritante waarschuwingslampje uit te schakelen.
Bij de fout-dragers wordt de gordel onder de arm door geleid en vervolgens ergens over het midden van het lichaam naar het slot.
Ook wordt het bovendeel van de gordel nog wel eens achter de rug weggestopt. Dan zit de drager aan beide zijden van het lichaam ingepakt in een gordel. Levensgevaarlijk bij het te water raken.
Daarnaast zijn er talloze fout-dragers die de gordel wel op de voorgeschreven manier over de schouder dragen, maar vervolgens het deel dat over de buik loopt heel veel ruimte geven. Dat zit zo lekker los en dan kun je je beter bewegen.
De meest gehoorde excuses die je hoort bij het niet of verkeerd dragen van de autogordel zijn:
- angst voor verdrinkingsgevaar bij het te water raken van de auto
- het snijden van de gordel in de hals
- het te strak zitten van de gordel
Het eerstgenoemde excuus is een begrijpelijke (maar geen aanvaardbare) in een waterrijk land als Nederland. De kans te water te raken is enorm groot, met name bij ijzel, en het aantal verdrinkingsgevallen is ook nog steeds groot. Maar de kans op een ongeval en daarbij om het leven te komen door het niet dragen van de autogordel is nog vele malen groter.
Wat het snijden van de gordel betreft, daarvoor zijn heel elegante oplossingen bedacht en voor een habbekrats verkrijgbaar in een autoshop of bij een tankstation.
Het laatste excuus is een zeer slecht excuus, omdat een gordel juist strak over de heupen hóórt te zitten en het deel dat over het bovenlichaam loopt kan meebewegen. Er moet dus ook geen dikke jas tussen zitten die de veilige werking belemmert. Leg die jas achterin!
De juiste afstelling van de driepuntsgordel
Er zijn dus talloze automobilisten en inzittenden die de gordel wel omdoen, maar niet op de correcte manier. Niet strak genoeg, verkeerd op de schouder, de gordel niet goed afstellen in hoogte, en zelfs het diagonale deel achter het lichaam hebben.
Wanneer een gordel te veel speling heeft, ontstaat bij een botsing een grotere belasting op het lichaam, waardoor bijvoorbeeld het borstbeen en ribben kunnen breken. Draag vooral ook geen dikke jas en laat ook geen spullen in je zakken zitten die in het lichaam kunnen worden gedrukt.
Ook kun je bij teveel speling deels onder de gordel doorschieten. Daardoor kun je inwendig buikletsel oplopen, veroorzaakt door de heupgordel en kun je beenletsel oplopen door harde delen onder het stuur.
De gordel moet over het midden van het borstbeen en diagonaal over het midden van de schouder lopen en niet te dicht langs de hals. Zorg ervoor dat het verstelbate bovenste ankerpunt van de autogordel goed is afgesteld op de lengte van het bovenlichaam en de stoelpositie.
Het heupgedeelte van de gordel dient zo laag mogelijk te lopen, over de bovenbenen, en niet in de buikstreek in verband met orgaanletsel.
Gordel en zwangerschap
Niet alleen de juiste positie van de gordel op de schouder, maar vooral ook op de heupen is belangrijk voor de veiligheid bij zwangere vrouwen.
Het heupdeel van de gordel hoort niet over de buik en ook niet over de bovenbenen, maar onder de buik rondom de heupen te worden gedragen.
Het bovenste deel van de gordel hoort zoals in de afbeelding te worden gedragen. Tussen de borsten en langs de buik.
Daarnaast moet de gordel op de schouder liggen en de hoogte goed zijn afgesteld op de lichaamslengte en de stoelpositie.
Zit de gordel niet laag genoeg onder de buik en over de heupen, dan loopt de inzittende bij een frontale aanrijding grote kans op schade aan de placenta. Immers bij een frontale aanrijding wordt het lichaam met grote kracht naar voren geslagen.
Gebruik bij zwangerschap daarom wél een gordel en op de correcte manier, want bij het niet gebruiken ervan kan de klap dusdanig zijn dat de schade nog veel groter zal zijn.
Internationaal onderzoek, waarbij aan zwangere vrouwen werd gevraagd hoe zij de gordel droegen, heeft aangetoond dat gemiddeld 90% van de zwangere vrouwen die aan dat onderzoek deelnamen de gordel droeg terwijl zij achter het stuur zaten, maar achterin de auto 30% geen gordel droeg. Slechts de helft van de vrouwen wist hoe de gordel in hun geval correct moest worden gedragen.
Zithouding
Ook de zithouding is van belang. Een te ver achterover hangende rugleuning kan ervoor zorgen dat je onder de gordel doorglijdt en dat kan desastreuze gevolgen hebben.
Je verdwijnt dan namelijk onder onder de bescherming door en zult daardoor de bescherming van de airbag missen. Het is een verschijnsel dat ‘submarining’ wordt genoemd. Je verdwijnt als bestuurder namelijk onder de stuurkolom, geen prettige plek om te moeten worden bijeengeveegd.
Ook passagiers voorin, waar onderuit gezakt zitten of liggen dergelijke gevolgen kan hebben, en helemaal wanneer je met je voeten op het dashboard zit. Denk je eens in wat er gebeurt als de airbag met grote kracht opent en jouw eigen been of benen met een zeer hoge snelheid in de richting van je hoofd worden gelanceerd.
Je knalt dan met je gezicht tegen je eigen benen in plaats van dat je wordt opgevangen door de airbag. Bedenk zelf maar wat er dan allemaal zal breken, of laten we het meteen maar verbrijzelen noemen. Het zijn in ieder geval niet alleen je benen die de klos zijn.
Reddingshamer
Mocht je nu betrokken raken bij een situatie, zoals een ongeval, waarbij je de gordel niet kunt loskrijgen, dan mag je hopen dat er een reddingshamer in de auto aanwezig is. Het liefst zijn er meerdere aanwezig, zowel voorin als achterin het voertuig, op een voor alle inzittenden goed bereikbare plaats.
Het reddingshamertje is namelijk niet alleen bedoeld om het zijraam in te slaan, maar het is ook voorzien van een vlijmscherp mesje, waarmee die in één beweging de autogordel kunt doorsnijden.
Veiligheid
Verschillende studies hebben aangetoond dat het dragen van een driepuntsgordel de kans op een dodelijke afloop en de kans op ernstig letsel bij een ongeval met ongeveer 60% afnemen voor de bestuurder en zijn bijrijder. Voor de passagiers achterin het voertuig, bedraagt die kans ongeveer 44%.
Dat zijn indrukwekkende cijfers, maar het dragen van een gordel, op de voorgeschreven manier wel toe verstaan, zorgt nog steeds niet voor 100% vrijwaring van letsel of erger..
Bij het gebruik van de heupgordel bleek in eerste instantie dat bij menig ernstig ongeval de drager een dwarslaesie opliepen, waardoor Amerikaanse autofabrikanten grote schadeclaims ontvingen. Doordat het lichaam bij een zware frontale aanrijding alleen wordt tegengehouden ter hoogte van de heup zorgt voor een enorme belasting van de rug, die daardoor zou kunnen breken. Eenzelfde verschijnsel kan ook optreden bij het verkeerd dragen van de driepuntsgordel en je wilt niet de rest van je leven doorbrengen in een rolstoel.
Het meeste positieve effect van het correct dragen van de autogordel is zichtbaar bij het verminderen van letsel aan gezicht, buik en rug. Wel blijft de kans bestaan op gebroken ribben, vooral naar mate de leeftijd toeneemt en de botten brozer worden. Maar beter een gebroken rib dan een gebroken rug of nek.
Gordelspanners
De driepuntsgordel vangt bij correct gebruik ook het bovenlichaam op, als geeft dit nog steeds geen garantie op een letselvrij ongeval. Daar waar een inzittende met de vroegere driepuntsgordel strak zat ingesnoerd, zit hij nu wat flexibeler op zijn zitplaats.
De huidige driepuntsgordels zijn voorzien van een automatisch oprolsysteem, waardoor de gordel meebeweegt als je je moet omdraaien bij het achteruitrijden of iets wilt pakken dat wat verder van je vandaan ligt. Of dit laatste een veilige handeling is tijdens het rijden is voor een andere discussie.
De automatische driepuntsgordels zijn zelfs nog voorzien van gordelspanners, die de gordel strak trekken en vasthouden bij een aanrijding. Sensoren in het voertuig dat een plotse grote verandering in snelheid detecteren, die een aanrijding met zich meebrengt, bedienen deze gordelspanners. Het lichaam kan daardoor niet zomaar voorover slaan bij een frontale aanrijding.
Maar wordt de gordel onder de arm door gedragen, dan functioneert het spannen van de gordel wel, maar het hele effect is dan verdwenen. De passagier slaat dan alsnog voorover met het hoofd naar het stuur.
De gevolgen kunnen dan desastreus zijn, van een gebroken rug tot een gebroken nek. Dit laatste is daarbij vaak te wijten aan de plots met zeer grote kracht opblazende airbag, die uit het stuur vandaan komt.
Normaal gesproken, bij correct gebruik van de autogordel zal een nek niet breken, omdat het lichaam wordt tegengehouden en de airbag het hoofd juist beschermt tegen de impact van de klap waarmee het hoofd voorover slaat. Maar door het ontbreken van de gordel over de schouder, heeft de airbag een averechts effect.
Kinderbeveiligingsmiddelen
Voor het vervoer van kinderen zijn er ook allerlei regels, met name wanneer die kinderen een lichaamslengte hebben die kleiner is dan 1,35 meter.
Daarvoor zijn er veel opties in kinderzitjes, van MaxiCosi’s tot stoelverhogers, mits zij maar zijn voorzien van een goedkeuringslabel.
Gebruik die middelen dan ook en op de voorgeschreven manier en als het om een MaxiCosi gaat die voorin wordt gebruikt, plaats het zitje dan ook op de voorgeschreven manier: Achterstevoren en schakel daarbij de bijrijders-airbag uit.
Vergeet de airbag vooral niet weer te activeren wanneer anderen de zitplaats gebruiken.
Maar ook achterin moeten deze beveiligingsmiddelen op de voorgeschreven manier worden gebruikt en goed zijn vastgezet.
Blog geschreven door Politie Team Verkeer Rotterdam.
Het volgende verhaal is van een politie-agent die ter plaatse kwam bij een ongeval, waarbij de gordel door de bestuurder onder arm werd gedragen. Het verhaal zegt jou genoeg over het belang van het correct dragen van de autogordel.
Als we aankomen bij de aanrijding zien we de GGD in een groepje bij elkaar staan. Dat is meestal geen goed teken. De brandweer staat bij een klein autootje, of wat er van over is.
Ik kijk naar de plek waar de airbag uit het stuur hangt en zie je zitten. Je lange haar hangt als een sluier voor je gezicht. Het kleeft aan je wang en de glassplinters die overal zitten zorgen voor een absurd schouwspel. Het lijken wel diamanten.
Een van de brandweermannen geeft me een rijbewijs. Twee anderen dekken de auto toe met een oranje zeil. De plek is te openbaar om je ter plaatse uit de auto te knippen, dus wordt de auto naar een afgeschermde plek gebracht.
Ik kon nog net zien dat je waarschijnlijk lijkt op de vrolijke foto van je rijbewijs, voordat het oranje zeil de zon uit de diamanten wegneemt.
De toedracht van de aanrijding is duidelijk, de doodsoorzaak ook.
Omdat je de gordel onder je arm door had kon je bovenlichaam vrijelijk naar voren klappen op het moment dat de airbag je op volle snelheid raakte. Je nek brak als een dorre tak.
De takelwagen met het autowrak vertrekt, met de brandweer in zijn kielzog. Inmiddels hebben we andere collega’s naar je ouders gestuurd om te vertellen wat er is gebeurd.
We horen dat ze al op weg zijn naar het mortuarium. Daar zijn wij nog lang niet! En jij ook niet trouwens. We rijden naar de plek waar de brandweer haar werk doet. Het uitknippen gaat vrij vlot en twee uur na de aanrijding zijn we eindelijk in het mortuarium.
Er zitten vier mensen in de wachtruimte. Ik schrik even, want één van de personen ken ik. Het blijkt je zusje die wel heel veel op je lijkt. Ik vertel ze dat het nog even gaat duren, omdat ze je “klaar maken”.
Ik kan niet vertellen dat er twee dames met je bezig zijn om alle glassplinters uit je gezicht te halen, het bloed uit je haar te wassen en met make-up bezig zijn om de bloeduitstortingen te camoufleren.
Je ouders zitten er gelaten bij. Ze wachten nu al ruim twee en een half uur in de ontvangstruimte van het rouwcentrum en zitten nog duidelijk in de ontkenningsfase, hoewel de onzekerheid met de minuut toeneemt.
Tijdens het korte gesprek begrijp ik dat ze je vanmorgen nog gesproken hebben, vandaar dat de realiteit nog niet doordringt. Ik durf ze niet te vertellen dat dit misschien allemaal voorkomen had kunnen worden als je de gordel op de goede manier had gedragen. Dan was je in je stoel blijven zitten, was je nek nog heel geweest en je gezicht nog gaaf… Ik vraag wie van de aanwezigen straks de confrontatie wil doen. We hebben twee mensen nodig die officieel bevestigen dat jij bent wie wij denken dat je bent.
Als de dames met je klaar zijn haal ik je vader en moeder op. Het is ongeveer 15 seconden lopen van de wachtruimte naar het aparte kamertje, waar je achter een kamerscherm bent opgebaard. Ik kijk naar je vader. Bij iedere stap wordt hij een jaar ouder, de 15 seconden lijken voor hem een week te duren. Als ze om het kamerscherm heen kijken barst de bom. Enorme emoties komen los.
Ik kijk naar mijn collega en slik een paar keer. De rest van het gezin komt het kamertje binnen. Het verdriet wordt oorverdovend. Terwijl je vader in stukken valt en je moeder zachtjes over je wang aait fluister ik door het gejammer heen tegen mijn collega: “Nou, ik denk wel dat ze het is…”. Onze manier om de emoties van de familie buiten te sluiten.
We condoleren je vader, je moeder, je vriend en je zusje. Het komt niet bij ze binnen. Ons werk hier zit er op. Voor je familie begint het nu pas. Als ik ’s avonds naar huis rijd zie ik je gezicht. 24 jaar. Net zo oud als mijn eigen dochter.
In de weken erna let ik extra op gordels. Ik zie er legio.
Onder de arm door, of dicht geklikt achter de rug om.
Geen van de mensen die ik bekeur heeft er begrip voor. “Het snijdt in mijn nek”, hoor ik vaak. Het zal wel.
Mijn argument dat je voor minder dan 4 euro een zacht hoesje kan kopen om dat snijden te voorkomen wordt weggehoond. Maar als je het niet voor jezelf doet, doe het dan tenminste voor je zusje…