Blauw licht onderweg
Heb je het tijdens de rijles al een keer meegemaakt dat je werd achtervolgd door een blauw zwaailicht? Zo’n politie-auto met veel blauw, knipperend grootlicht en een hoop kabaal?
Zo ja, dan heeft dat vast een heel opwindend gevoel bij je teweeg gebracht. Je weet immers in eerste instantie, wanneer je een hulpdienst in de verte hóórt, niet precies of het gaat om een ambulance, brandweer of politievoertuig en of het jouw richting op komt. En zo ja, vanuit welke richting je het voertuig zou kunnen verwachten, want zittend in een afgesloten auto is het soms best moeilijk om vast te stellen vanuit welke richting het geluid precies komt, en áls je dan merkt dat hij van achteren komt, dan slaat soms de paniek toe omdat je niet weet wat je ermee aan moet.
De regels
Je hebt de regels die te maken hebben met voorrangsvoertuigen vast al geleerd, dus je weet wat jouw verplichtingen zijn. Voor de zekerheid, hier komen ze nog een keer:
Artikel 1 uit het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens – RVV
voorrangsvoertuig: motorvoertuig dat de optische en geluidssignalen voert als bedoeld in artikel 29;
Optische en geluidssignalen, in het jargon ook wel OGS genoemd maken een voertuig tot een voorrangsvoertuig, want zijn die OGS weer uitgeschakeld, dan is het geen voorrangsvoertuig meer.
Artikel 50
Weggebruikers moeten bestuurders van een voorrangsvoertuig voor laten gaan.
Let op! Er staat voor laten gaan en er staat geen voorrang verlenen!
Wil je meer weten over het verschil tussen beide begrippen lees dan dit artikel.
Artikel 91
Bestuurders van een voorrangsvoertuig mogen afwijken van de voorschriften van dit besluit voor zover de uitoefening van hun taak dit vereist.
Hetgeen niets anders wil zeggen dat zij met dit artikel een vrijbrief krijgen indien dit voor de uitoefening van hun hulpverlenende taak noodzakelijk is. Zij mogen dus alle regels negeren waar dat nodig is, mits zij maar de OGS voeren..
OGS
Voorrangsvoertuigen moeten dus herkenbare voertuigen zijn en de zogenaamde OGS voeren. De Optische en Geluidssignalen die het voertuig herkenbaar maken, het blauwe zwaai-, flits of knipperlicht en de tweetonige hoorn.
Nu zijn alle voorrangsvoertuigen tegenwoordig voorzien van een tweetonige hoorn, terwijl dat bij een ambulance vroeger een drietonige hoorn was en alleen politie en brandweer met een tweetonig signaal reden. Vaak kon je zelfs aan het verschil in de klank van de hoorn nog horen of het om een politieauto of brandweerauto ging. Tegenwoordig hoor je dat verschil nauwelijks nog.
Gelukkig zijn in Nederland de geluidssignalen van zodanige sterkte dan je de hulpdiensten al van verre kunt horen, terwijl bijvoorbeeld in een land als Frankrijk je het geluidssignaal soms pas hoort als het voertuig achter je aan het bumperkleven is.
De geluidssterkte van elke toon is in Nederland bij dag minstens 110 dB(A) en bij nacht minstens 100 dB(A). Bij nacht, dat is tussen 23h00 en 7h00, wanneer het rustiger op de weg is kan de toon iets minder luid zijn dan overdag, wanneer er veel stadsgeluiden zijn. Te luid mag een toon niet worden, omdat dit gehoorbeschadiging zou kunnen veroorzaken.
De frequenties van de tweetonige hoorn liggen in Nederland tussen de 375 Hz en 500 Hz. Het zijn frequenties die goed doordringen in voertuigen, zodat een voorrangsvoertuig tijdig kan worden opgemerkt.
Welke voertuigen
Welke voorrangsvoertuigen kunnen er allemaal het blauwe licht en de tweetonige hoorn (OGS) voeren? Dat zijn er meerdere naast de meest bekende voertuigen van politie, ambulance en brandweer. Tot die groep voorrangsvoertuigen behoren ook:
- de weginspecteurs van Rijkswaterstaat, met de grote gele pick-up trucks of busjes die je op de autosnelweg tegenkomt
- de Koninklijke Marechaussee, de donkerblauwe auto’s met rood-witte markering
- de EOD, ofwel Explosieven Opruimingsdienst die vaak worden opgeroepen voor verdachte pakketjes
- het noodhulpteam van het Nederlandse Rode Kruis
- ProRail
- Sanquin Bloedvoorziening
- Urban Search and Rescue, het zoekteam bij vermiste personen
- Bijzonder Ondersteuningsteam
Het is nog wachten op de strooiwagens in de winter, die in andere landen al wel met bauw licht rijden.
Nu zal een weginspecteur van Rijkswaterstaat niet naar iedere melding met met blauw licht rijden, maar alléén wanneer daar de melding ‘prio’ bij wordt gegeven, wat betekent dat het voeren van OGS is toegestaan omdat er prioriteit is bij het oplossen van een probleem. Bijvoorbeeld bij een ongeval of een auto met pech, die op een gevaarlijke plaats staat. Alleen dan is het rijden met OGS toegestaan, maar op enige afstand van zijn doel zal de chauffeur de hoorn al uitzetten en het blauwe licht overschakelen naar oranje licht. Dat doet hij speciaal om paniekreacties onder het overige verkeer te voorkomen, wanneer hij gaat stoppen langs de weg.
Bekijk hier een voorbeeldvideo van een weginspecteur.
Paniek!
Maar dat allereerste moment dat er een politie-auto achter je opdoemt, met veel herrie en blauw licht, waarbij je denkt “Huh…? Wie? Ik…? Heb ik iets verkeerd gedaan…?” en je je vervolgens realiseert dat ze niet achter jou aanzitten, maar op weg zijn naar een ongeval of andere spoedmelding en dus niet op weg zijn naar het hoofdbureau met warme hapjes voor de lunch.
Als een voorrangsvoertuig met OGS rijdt, dan kun je ervan op aan dat er een heel dringende reden voor is, dat elke seconde telt, en dan zorg jij er natuurlijk voor dat ze daar zo snel mogelijk met zo min mogelijk hinder aankomen. Bedenk daarbij dat de bestuurder van dat voorrangsvoertuig een intensieve training heeft gehad in het rijden met OGS en hoe ander verkeer daar op reageert of kan reageren. De chauffeur wéét wat hij wil, maar jij niet en wat hij van jou wil is vooral dat jij geen gekke dingen uithaalt en normaal blijft rijden. Daarnaast heeft de chauffeur ook allerlei richtlijnen waaraan hij of zij zich moet houden.
Bij nacht
Ondanks de intensieve trainingen, richtlijnen en wetgeving waaraan bestuurders van voorrangsvoertuigen zich moeten houden, komt het tijdens nachtelijke spoedritten voor dat men zonder OGS of met alleen blauw licht rijdt, omdat men slapende omwonenden niet tot last wil zijn met al dat kabaal van die hoorn. Het gevaar daarbij is wel dat een voorrangsvoertuig, dat uiteraard sneller rijdt dan de toegestane maximumsnelheid, te laat kan worden opgemerkt door andere weggebruikers en er onnodig een ongeval zou kunnen ontstaan.
Let op! In deze gevallen, wanneer OGS geheel of gedeeltelijk ontbreken is een voorrangsvoertuig volgens de wet geen voorrangsvoertuig meer, maar een gewone verkeersdeelnemer, net als ieder ander en kan er een fikse juridische strijd ontstaan, wanneer zij door het ontbreken van de OGS betrokken raken bij een ongeval.
Houd er altijd rekening mee dat er een tweede voorrangsvoertuig kan volgen, op weg naar dezelfde melding, die eventueel vanuit een andere richting komt en jouw pad zou kunnen kruisen. Dus let niet alleen op achter, let op alle richtingen om je heen en blijf alert.
Jouw eerste zorg is dus: “Kun je ruimte maken om het voorrangsvoertuig te laten passeren?” Wat zijn daarbij de opties. Zoals in een ander artikel al is verteld over een reddingsstraat, zo zul jij in andere situaties op een soortgelijke manier ook ruimte moeten maken door bijvoorbeeld dicht langs de kant te gaan rijden.
Het belangrijkste daarbij is: Doe het rustig op een veilige manier! Bekijk de video.
Bedenk altijd dat bestuurders van voorrangsvoertuigen uitgebreide training krijgen (video).
- In principe haalt een voorrangsvoertuig jou in aan de linker kant, net zoals iedereen dat doet. Rijd elkaar niet klem (video) rijdt bij een wegversmalling.
- Ga ook niet sneller rijden, maar houdt het normale tempo aan. Hiermee weet de bestuurder van het voorrangsvoertuig wat hij aan jou heeft en daar stemt hij zijn snelheid en inhaalgedrag op af.
- Rem niet zomaar plotseling af, maar vertraag alleen waar dit zinvol en of logisch is.
- Houd extra volgafstand dat door het voorrangsvoertuig kan worden gebruikt om zich tussen de rij auto’s te kunnen voegen wanneer er door tegenliggers onvoldoende ruimte is om door te rijden
- Blijf stil staan totdat het voertuig jou is gepasseerd. Sta jij stil, voorgesorteerd in een rijstrook om een bepaalde richting te volgen, bijvoorbeeld voor rechtdoor, en het voorrangsvoertuig neemt een andere (voorsorteer)strook om jou te passeren, bijvoorbeeld de strook voor rechtsaf, dan wil dat niet zeggen dat het voorrangsvoertuig rechtsaf gaat. Het kan net zo goed ook rechtdoor willen. Wacht daarom met verder gaan tot het voorrangsvoertuig is gepasseerd.
- Stuur ook niet zomaar de berm in. Zeker niet met hoge snelheid. Je kent de berm niet, weet niet waar de gaten zitten en hoe jouw auto zal reageren. Het zou de situatie alleen maar gevaarlijker kunnen maken.
- Rijdt zelf niet door rood, want je maakt het voor jezelf heel gevaarlijk, en kan een aanrijding plaatsvinden en er kan ook een boete voor jou volgen.
- Nader je een rotonde, rijdt dan gewoon de rotonde op en rijd een extra rondje op de rotonde zodat het voorrangsvoertuig de vrijheid krijgt de rotonde te verlaten waar hij dat wil, zonder dat jij er nog steeds voor zit.
- Let ook op de richtingaanwijzer van het voorrangsvoertuig. Je zou kunnen overwegen om niet af te slaan wanneer je ook die richting op moet maar rechtdoor te gaan en je eigen route aan te passen, zodat je op die manier ruimte maakt.
Conclusie
Voorrangsvoertuigen kun je op ieder moment van de dag tegenkomen, waarbij jij het voertuig op tijd zult moeten opmerken.
Houd er rekening mee dat de chauffeurs goed getraind zijn, dus raak vooral niet in paniek en blijf de normale snelheid rijden en als je denkt dat vaart minderen bijdraagt aan de situatie, doe dat dan op een rustige manier.
Wijk uit naar rechts, al naar gelang de mogelijkheden en let op bij versmallingen dat je een voorrangsvoertuig niet klem rijdt. Rijd niet door rood, maar maak daarvoor al ruimte. Houd extra volgafstand om slalommen mogelijk te maken en rijd op een rotonde een extra rondje om een voorrangsvoertuig voorbij te laten.
Wees in de nachtelijke uren altijd alert op voorrangsvoertuigen zonder OGS.